Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch [47]Hanna toog niet op, maar zij zeide tot haar man: Als de jongen gespeend is, dan zal ik hem brengen, dat hij voor het aangezicht des HEEREN verschijne, en blijve daar tot [48]in eeuwigheid. 47. Den vrouwen was niet bevolen ieder jaar op trekken [hoewel zij het wel mochten, en somtijds ook plachten te doen] maar den mannen alleen, Ex.23:17. 48. Dat is, zijn levensdagen. Zie boven, vs.11, en onder, vs.28.